Skip to main content

“’t Is weer voorbij die mooie proeftuinperiode”

“’t Is weer voorbij die mooie proeftuinperiode”

Na twee schooljaren is de proeftuinperiode voorbij. Meer dan dertig mbo-scholen hebben het gedachtengoed van referentiewaarden in de praktijk getest. En dat leverde verrassend positieve resultaten op. Meer dan 100 onderwijsteams hebben geëxperimenteerd met nieuwe werkvormen, zoals peer reviews, zelfevaluaties en panels. In kwaliteitstafels bogen mensen vanuit verschillende perspectieven zich over een onderwijsvraagstuk. Ook bestuurders keken via peer reviews bij elkaar ‘in de keuken’. Alle ervaringen uit de proeftuinen zijn verzameld en geanalyseerd door ECBO.  In dit artikel worden de hoofdbevindingen samengevat. De grote vraag was: is het Referentiewaarden-gedachtegoed werkbaar én werkzaam? Het antwoord luidt: “ja”.

De kern van dit gedachtegoed draait om vijf waarden: eigenaarschap, vertrouwen, dialoog, rekenschap en wendbaarheid. Deze waarden werden herkenden vonden weerklank binnen de scholen. Ze gaven richting, inspiratie en werden door velen omarmd als een nieuw kompas voor kwaliteitszorg. Het is mooi om te zien hoe de waarden niet alleen theoretisch goed klinken, maar ook daadwerkelijk in de praktijk hun vruchten afwerpen.

Proeftuinen boden een goede context om nieuwe werkvormen uit te proberen, zoals peer reviews, waarin teams elkaar bevragen en van feedback voorzien. Dit leidde niet alleen tot dieper inzicht in de kwaliteit van het onderwijs, maar het bracht ook een gevoel van saamhorigheid teweeg. In gesprekken voelde iedereen zich gehoord en dat droeg direct bij aan het verbeteren van de kwaliteit.

Interessant was ook hoe de kernbegrippen – zoals vermogens en standaarden – een nieuwe structuur brachten. Teams bekeken hiermee hun uitdagingen vanuit verschillende invalshoeken. Wat in eerste instantie abstract leek, werd een praktisch instrument dat hielp om knelpunten te identificeren en verbeteringen concreet te maken. Deze aanpak bracht niet alleen meer focus in de gesprekken, maar ook in de dagelijkse praktijk.

Ook de betrokkenheid van studenten en het werkveld was een succesvolle toevoeging. Niet alleen werden zij gevraagd naar hun mening (wat zij al volop gewend waren), maar ze mochten daadwerkelijk meedenken en meepraten. Dit zorgde voor nieuwe inzichten en creatieve oplossingen. Het versterkte het gevoel dat onderwijs niet alleen van docenten is, maar van ons allemaal. Voor veel studenten en werkveldpartners was dit een openbaring: zij voelden zich écht betrokken en wilden vaker op deze manier samenwerken. Een veelgehoorde reactie was: “Dat wil ik wel vaker. Zo voelt het onderwijs meer als “van ons””.

Maar er is ook nog wat te doen. Het kost scholen tijd om het werken met de referentiewaarden en de dialogische werkvormen eigen te maken. Professionalisering en begeleiding en het blijven leren van elkaar zijn hierbij noodzakelijk. Het Kwaliteitsnetwerk  gaat hiervoor een ondersteuningspakket bieden.

Achteraf gezien kijken de meeste instellingen vol trots terug op de proeftuinen. Een gevoel van enthousiasme overheerst. Er is een beweging zichtbaar. Kwaliteitszorg werd in de proeftuinen minder iets wat ‘moet’, maar iets wat teams zélf willen, waarin ze zichzelf herkennen. Deze eerste stappen laten zien dat het nieuwe pad dat de mbo-scholen hebben ingeslagen, duurzame en waardevolle veranderingen teweegbrengt. Het onderwijs is in beweging, en dat belooft veel goeds voor de toekomst.

Rinske Stelwagen, begeleider proeftuinen