Die vraag stelde Andor de Rooy de lezers van zijn boek ‘Moed’. Over gedurfd leiderschap’. Het inspireerde mij deze vakantie. Want het zicht houden op de kwaliteit van ons onderwijs vraagt dikwijls ook moed en wijsheid.
Natuurlijk wil je als onderwijsteam, als leidinggevende, als kwaliteitszorgmedewerker en als bestuurder goed zicht houden op het onderwijs. Je wil dat alle studenten met een rugzak vol levenservaring, vaardigheden en kennis klaar zijn voor een volgende stap in hun loopbaan, dat werkgevers enthousiast worden van die nieuwe medewerkers met frisse inzichten, dat we met elkaar elke dag de samenleving een stukje mooier en sterker maken. En om dat te realiseren stellen we een visie op, bepalen we doelen en kijken we naar de resultaten die dat geheel oplevert. Allemaal van belang en het levert veel inzichten op. Die inzichten zijn essentieel voor het stellen van vragen, voor het openen van de dialoog… En dan komt het ECHTE verhaal.
Op basis van dat echte verhaal hebben we te handelen en dan ontstaan al snel de dilemma’s. Want iets dat cijfermatig goed is, kan in de praktijk wel totaal niet in lijn zijn met onze bedoelingen. En hoe ga je dan om met het ongemak dat dat inzicht je oplevert? Hoe raakt het jezelf, wanneer grijp je in en wanneer laat je los? Hoe confronterend durf je dan te zijn? Moed is volgens De Rooy het vermogen van een leider (maar dat kan wat mij betreft iedereen in een organisatie zijn, onafhankelijk van positie) om ondanks risico, pijn of angst datgene te doen wat noodzakelijk is voor de organisatie. En durven we dat aan?
Met het uitwerken van het Referentiewaarden gedachtegoed hebben we hier veel gesprekken over binnen de sector, binnen het ministerie, binnen de individuele instellingen en natuurlijk binnen het netwerk zelf. Hoe zorgen we voor die open leercultuur, het eerlijk delen van dingen die niet of minder goed gaan, daar samen van leren en het verbeteren en voorkomen naar de toekomst. In de oprechte overtuiging dat we daarmee pas echt werken aan de versterking van de kwaliteit. Niet door lijstjes af te werken maar door het goede te doen. En bovenal dat te doen in een veilige omgeving waarin een ieder wordt toegestaan die moed te tonen. En je te realiseren dat de reden waarom je een belemmering voelt vaak in jezelf zit. Wat ga je uit de weg om iets niet te zeggen of te doen?
Wat ik hoop mee te geven is om eens na te denken over je eigen ‘moedfactor’ en hoe die de kwaliteit van het mbo kan versterken? Moed is geen eigenschap maar een moment. Ik kijk dan ook uit naar veel moedige momenten dit nieuwe studiejaar!
Mare Riemersma
voorzitter Kwaliteitsnetwerk mbo
Lid college van Bestuur DCTerra