Op donderdag 7 april klonk het startschot voor de proeftuinen rondom het Referentiewaardenmodel. Na een jaar samen ontwerpen en ontwikkelen is het nu zaak om het geheel uit te proberen in de praktijk. Het doel is dat de deelnemende scholen en teams het referentiewaarden model in praktijk gaan brengen en hiermee een leerervaring opdoen. Daarnaast is de proefperiode ook bedoeld om het model werkbaar en werkzaam te maken.
Een spannend moment. De komende twee schooljaren gaan we immers ontdekken of datgene dat we de afgelopen tijd met zoveel zorg en in dialoog met alle stakeholders hebben bedacht daadwerkelijk brengt wat we hopen. Lukt het ons om aan de hand van het model zowel intern als extern te laten zien dat het kwaliteit van ons onderwijs op orde is? Zetten we als sector een dusdanige stap naar voren, zodat de Inspectie een stap terug kan doen?
Ik weet het: The proof of the pudding is in the eating. Dit is absoluut nog geen gewonnen race. Toch heb ik er alle vertrouwen in dat de proeftuinen een succes worden en we vanaf 2025 kunnen werken met een model dat een robuuste basis biedt voor het (blijven) zorgen en borgen van kwalitatief hoogwaardige opleidingen. Allereerst is er, nu al, volop commitment en draagvlak. Hoe concreter het model wordt, hoe meer betrokken de scholen erbij raken. Natuurlijk gaat een verandering als deze gepaard met twijfels, vragen en uitdagingen die alleen opgelost kunnen worden als er helderheid is. Die helderheid scheppen we door als sector vanaf het prille begin de dialoog met elkaar en onze stakeholders aan te gaan. Er is echt op een zeer prettige en constructieve wijze meegedacht. Die lijn trekken we door.
Wat ook vertrouwen in de toekomst geeft, is de grondige voorbereiding op de proeftuinen. De eerste scholen en teams die vanaf september 2022 aan de slag gaan, worden beslist niet in het diepe gegooid. Er is een grondige intake, waarbij goed geluisterd wordt naar de deelnemers. Jouw school of team bepaalt namelijk zelf hoe de proeftuin ingericht wordt. Door die keuzevrijheid wordt de opbrengst van de proeftuinen alleen maar rijker, zo is onze overtuiging. Het wordt geen ‘one size fits all’-formule, maar maatwerk, passend bij de veelkleurigheid van het mbo. Daarbij past ook een uitgebreid pakket aan ondersteuning (pools met deskundigen) en te hanteren instrumenten. Meer hierover kun je lezen in de onlangs verschenen katern ‘Aan de slag met de proeftuinen – Van ijken naar verrijken in de praktijk’. Die publicatie gaat nader in op het model en de verschillende aspecten ervan, het belang van zelfevaluatie en – last but not least – handige instrumenten als de Kwaliteitstafels en peer review. Daarnaast is het ook mogelijk om eigen instrumenten te gebruiken waarmee jouw organisatie al ervaring heeft en die succesvol blijken te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een audit. Deze kan in de proeftuin bijvoorbeeld de kleur van het Referentiewaardenmodel krijgen. Ook andere werkwijzen zijn mogelijk.
Diverse scholen hebben zich al aangemeld voor de proeftuinen. En dat aantal groeit. Dat is prachtig, want dat vergroot de kans om samen te komen tot een gedragen, werkzame en werkbare systematiek die, als een boeket, de kwaliteit in kleur toont. Daar ben ik van overtuigd.
Bekijk hier de animatie van het Referentiewaarden traject.