Rondje coalities
In vogelvlucht langs de coalities Team aan Zet en Data
Binnen het Kwaliteitsnetwerk mbo zijn enkele coalities actief. Dit zijn thematische werkgroepen waarin zoveel als mogelijk multidisciplinair wordt samengewerkt aan gemeenschappelijke urgente thema’s. Binnenkort presenteren deze coalities hun opbrengsten; dat kan een handreiking, toolbox of professionele leeromgeving zijn, maar ook bijvoorbeeld een expertmeeting of werkexperiment. Zolang het maar iets is wat de scholen die samen het Kwaliteitsnetwerk mbo vormen praktisch kunnen inzetten. Wat is begin januari de stand van zaken bij de coalitie Teams aan Zet en de Coalitie Data?
Dit schooljaar zijn er binnen het Kwaliteitsnetwerk mbo vier coalities actief: de coalitie Teams aan Zet, de coalitie Data, de coalitie Onderwijsinnovatie en de coalitie Referentiewaarden. De eerste twee belichten we in dit artikel wat uitgebreider; ‘Onderwijsinnovatie’ zetten we in een apart artikel in de spotlights; over de coalitie Referentiewaarden, het zogeheten Referentiewaardenmodel en de proeftuinen hierbij zijn al diverse artikelen verschenen.
De coalitie Teams aan Zet
Deze coalitie heeft als doel de onderwijsteams in het mbo meer verantwoordelijk te maken voor de onderwijskwaliteit. Eerder leverde een eerdere coalitie de ‘digitale ladekast’ www.wegwijsinkwaliteit.nl op, met allerlei instrumenten en inzichten waarmee onderwijsteams het eigenaarschap voor de kwaliteit van het onderwijs kunnen onderstrepen. Deze coalitie heeft aandacht gegeven aan de verdere implementatie hiervan. Daarnaast keken de coalitieleden hoe het leiderschap van onderwijsteams nog verder ontwikkeld kan worden. Dit leidde tot het Ontwikkeltraject voor versterking van onderwijskundig leiderschap in het mbo in samenwerking met NCP EQAVET.
Het ontwikkeltraject is bedoeld voor begeleiders/aanjagers van onderwijskwaliteit in het mbo die hun onderwijsteams willen faciliteren en ondersteunen in het waarmaken van onderwijskwaliteit. Dit gebeurt vanuit vraagstukken uit de eigen praktijk. In het traject doen de deelnemers kennis op en ontwikkelen vaardigheden. Het traject bestaat uit vier sessies. Voorafgaande aan de eerste sessie formuleren de deelnemers een ontwikkelvraag in gesprek met de begeleiders van de sessies (adviseurs van het NCP EQAVET en experts op het gebied van kwaliteitsborging). Tijdens de eerste sessie brengen de deelnemers de kwaliteitscultuur in hun team in kaart; in de vervolgsessies gaan zij aan de slag met het voorbereiden, bijstellen en evalueren van een concrete interventie op de kwaliteitscultuur van hun eigen onderwijsteam. Na afloop hebben alle deelnemers een concrete interventie uitgezet, waarmee zij met hun team aan zet zijn in onderwijskwaliteit.
De eerste reeks van vier sessies start begin dit jaar (met sessies in januari, februari, maart en april van 2023). Als het ontwikkeltraject goed bevalt, volgen meerdere reeksen. Naast het ontwikkeltraject zijn er ook enkele intervisiebijeenkomsten gepland waarbij de deelnemers aan de hand van casuïstiek aan de slag gaan. Houd hiervoor de agenda van het Kwaliteitsnetwerk mbo in de gaten!
De coalitie Data
Deze coalitie bouwt voort op het werk van een eerdere coalitie die onder meer de handreiking Efficiënt datagebruik – Interpreteren en benutten van data door onderwijsteams opleverde. De coalitie Data onderzoekt hoe mbo-scholen data kunnen inzetten om het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv) te verminderen. Met de juiste data kun je tijdig interventies doen om studenten die voortijdig dreigen uit te vallen toch zo ver te krijgen dat ze hun opleiding vervolgen. De coalitieleden werken in deelgroepjes aan dit thema, waarbij ze regelmatig fysiek samenkomen om de bevindingen met elkaar te delen. De coalitie wil dit schooljaar twee concrete opbrengsten opleveren. Opbrengst 1 is een verdiepende publicatie met een overzicht van wat er in de wetenschappelijke literatuur te vinden is over dit thema en de verkregen inzichten van de coalitie. De tweede opbrengst is een dialoogmethodiek, waarmee onderwijsteams al pratend en met de inzet van data komen tot interventies.
Het idee bij de methodiek is dat de dialoog straks plaatsvindt aan de hand van een spelbord verdeeld in 4 kwadranten: ‘Belangrijk & Urgent’, ‘Niet belangrijk, wel urgent’, ‘Belangrijk, maar niet urgent’ en ‘Niet belangrijk, niet urgent’. Op dit bord staan pionnen in verschillende kleuren; deze representeren de verschillende actoren bij vsv, zoals de slb’er, de docent en de teammanager. Voor het gesprek begint, bepalen de gesprekspartners een aantal dingen: de casus, het niveau (klas, opleiding of ander niveau) en het thema (o.a. uitval, verzuim en motivatie). Per thema zijn er kaarten met gerichte vragen en – op de achterzijde – databronnen die kunnen helpen bij het beantwoorden van de vragen. Elk thema heeft een eigen kleur.
Er zijn verschillende manieren om met de methodiek de dialoog aan te gaan:
- De gesprekspartners gebruiken alleen de vragen en de databronnen om het gesprek met elkaar aan te gaan.
- De kaarten worden één voor één voorgelezen. Hierna zet iedere gesprekspartner een pion op één van de 4 kwadranten. Als de pionnen in verschillende vakken staan, wordt hierover het gesprek gevoerd en wordt gezamenlijk bepaald waar het kaartje uiteindelijk moet komen te liggen.
- Na het lezen van het kaartje bepalen de deelnemers gezamenlijk waar het kaartje komt te liggen. Na afloop van het gesprek maken zij afspraken over wie de dingen uitzoekt die nog moeten worden uitgezocht en wie aan de slag gaat met de urgente, van toepassing zijnde punten.