Skip to main content

Chamotte

Chamotte

Ik drink bij het Hout- en Meubileringscollege (HMC) mijn koffie uit een kleine, handgemaakte beker van ofwel Rotterdamse ofwel Amsterdamse rivierklei. Een heel origineel kerstcadeau van een paar jaar geleden voor alle medewerkers van het HMC. Laatst vroeg iemand mij voor de grap welke beker het prettigst drinkt. ‘De Amsterdamse’, zei ik, ‘want die voelt het meest glad’. Dat komt door een lager percentage aan chamotte. Dat zijn de korreltjes die in de klei zitten. Deze korreltjes kunnen heel fijn zijn maar evengoed heel dik. Soms zitten er veel in de klei en soms weinig. Chamotte kan een kleur hebben en opvallen of het kan dezelfde kleur hebben en dan zie je de chamotte als stoppels. Als je een klein kunstwerk wilt maken, verdient klei zonder chamotte de voorkeur. Ga je voor een standbeeld in je tuin: kies dan voor een grove klei met meer en grotere chamotte. De vereiste kwaliteit van de klei hangt dus af van wat je met de klei wilt maken. Het ene resultaat bereik je met een ander soort klei dan het andere resultaat. En het is erg goed dat we taal hebben (chamotte!) die helpt om de juiste keuze te maken en het erover te hebben.

Zo is het ook met de kwaliteit van goed mbo-vakonderwijs. Goede klei geeft goede potten. Goed onderwijs geeft goede beginnende beroepsbeoefenaren. Maar in de ene setting zien kwaliteitszorg en kwaliteitsborging er net even wat anders uit dan in een andere setting. Soms is het nodig om met veel chamotte, dus wat grof, te sturen. De grote lijnen moeten eerst worden neergezet. Teveel details storen de forse transitie waar bijvoorbeeld een onderwijsteam mee te maken heeft. Soms is het nodig juist heel fijnzinnig met opvallend weinig chamotte te sturen. Het gereedschap is dan precies en richt zich bijvoorbeeld op het verbeteren van examinering. En de zoektocht naar een goede taal om het met elkaar hierover te hebben leidt naar het Referentiewaarde gedachtegoed en het bijbehorende ordeningsmodel van het Kwaliteitsnetwerk mbo. Niet om alles hetzelfde te doen, maar om met elkaar de goede keuzes te maken en elkaar daarin te ondersteunen. We hebben eenzelfde kwaliteitstaal nodig. Hoe mooi zou het zijn als we met de taal van het Referentiewaardengedachtegoed over vier jaar kunnen constateren dat we de kwaliteitsagenda van het mbo adequaat hebben uitgevoerd. De een zal daarbij voor veel chamotte en de ander voor minder hebben gekozen. Helemaal prima.

Paul Oomens, bestuurslid Kwaliteitsnetwerk mbo